Go to full page →

BETER GESCHOOLDE PREDIKANTEN USG2 242

Wij zien de behoefte om hogere ideeën aangaande scholing aan te moedigen en beter onderlegde mannen in de bediening des Woords aan te stellen. Die niet de juiste opleiding verkrijgen alvorens zij met Gods werk beginnen, zijn niet geschikt deze heilige vertrouwenspost te aanvaarden en het werk der hervorming voort te zetten. Nochtans zullen allen met hun scholing doorgaan nadat ze in het werk zijn getreden. Het Woord van God moet in hen blijven. In onze arbeiders is grotere beschaving, loutering en zieleadel gewenst. Zo’n verbetering zou vruchten voor de eeuwigheid afwerpen. “Ik heb u geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend Die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt de boze overwonnen.” 1 Johannes 2:14. De apostel verbindt hier de ervaring van de vaders met die van de jonge mannen; zo bestaat er ook een verband tussen de oude discipelen in dit werk en de jongeren, die de eerste gebeurtenissen van deze boodschap niet meegemaakt hebben. Die nog jong waren toen de boodschap ontstond, zullen geschoold moeten worden door de oude banierdragers. Deze leraars moeten zich bewust zijn dat men zich niet te veel moeite kan getroosten om mannen geschikt te ma-ken voor hun heilige vertrouwenspositie terwijl de banierdragers nog in staat zijn de banier hoog te houden. En nochtans kunnen zij die zo lang de strijd gestreden hebben, overwinningen behalen. Ze zijn zó door en door bekend met de listen van Satan, dat men ze niet gemakkelijk van de oude paden kan afbrengen. Zij herinneren zich de dagen van ouds. Zij kennen .Hem Die is van den beginne. Ze kunnen altijd lichtdragers zijn, trouwe getuigen van God, levende brieven, gekend en gelezen door alle mensen. USG2 242.2

Laten we dan God danken dat er nog enkelen zijn overgebleven zoals indertijd Johannes, om met hun ervaring in het begin der boodschap anderen te dienen en dat ze aanvaard hebben wat ons nu zo dierbaar is. Maar de een na de ander vallen zij op hun post, en het is enkel wijsheid, dat we anderen klaar maken om het werk op te nemen waar zij het neerleggen. USG2 243.1

Gestreefd moet worden om jonge mannen geschikt te maken voor het werk. Zij moeten in het front komen om lasten en verantwoordelijkheden te dragen. Die nu jong zijn, moeten sterke mannen worden. Zij moeten in staat zijn plannen te ontwerpen en raad te geven. Het Woord van God, dat in hen is, zal hen louteren en hen vol geloof, hoop, moed en toewijding doen zijn. Hef werk is nu erg achterop geraakt, omdat mannen verant-woordelijkheden dragen waartoe ze niet geschikt zijn. Zal dit grote gebrek voortgaan en toenemen? Zullen deze grote verantwoordelijkheden die gedragen worden door oude, ervaren arbeiders, overgaan op hen die ze niet kunnen beheren? Veronachtzamen we niet een zeer belangrijk werk door te verzuimen jonge mensen te scholen en op te leiden om vertrouwensposities te bekleden? USG2 243.2

Laat men de arbeiders een opleiding geven, maar laten dezen tegelijkertijd ootmoedig en nederig van hart blijven. Laten we het werk opvoeren tot het hoogst mogelijke peil, en steeds bedenken dat wanneer wij ons deel doen, God niet zal nalaten het Zijne te doen. USG2 244.1

* * * * *