Vrouwen zijn te vaak verleidsters. Onder een of ander voorwendsel trekken ze de aandacht van de mannen, gehuwd of ongehuwd, en brengen ze zó ver dat ze de wet van God overtreden, tot hun bruikbaarheid te niet is gedaan en hun zielen in gevaar verkeren. De geschiedenis van Jozef is bewaard gebleven tot welzijn van allen die, evenals hij, verzocht worden. In beginsel stond hij zo vast als een rots, en hij antwoordde de verleidster: “Hoe zou ik dan dit een zó groot kwaad doen, en zondigen tegen God?” Genesis 39 : 9. Wat nu nodig is, is zedelijke kracht zoals hij die bezat. USG2 250.3
Indien vrouwen in hun leven op een hoger peil wilden komen en medearbeidsters van Christus wilden worden, zou er door hun invloed minder gevaar bestaan; maar met hun tegenwoordige onverschillige gevoelens ten aanzien der gezinsverantwoordelijkheden en ten aanzien van de aanspraken die God op hen heeft, is hun invloed vaak sterk in de verkeerde richting, hun talenten blijven onontwikkeld en hun werk draagt niet het Goddelijke stempel. Ze zijn geen zendelingen in eigen huis, noch zendelingen ver van huis, en vaak is het tehuis, hef dierbare tehuis, ten ondergang gedoemd. USG2 251.1
Laat een ieder die Christus belijdt, al dat onmannelijke, al die zwakheid en dwaasheid overwinnen. Sommige mannen groeien nooit op tot de volle gestaltenis van mannen in Christus Jezus. Ze blijven altijd in een kinderlijke zelfgenoegzaamheid. Nederige godsvrucht zou hierin verbetering brengen. Zuivere godsdienst be-zit geen kenmerken van kinderlijke zelfgenoegzaamheid. Die is verheven tot in de hoogste graad. Dat dan ook niemand van hen die aangemonsterd zijn als soldaten van Christus, bezwijke in de dag der beproeving. Allen moeten voelen dat ze een groot werk hebben te doen om hun medemensen op fe heffen. Niemand heeft het recht om op te houden in de strijd waarvan immers het doel is dat men de deugd roemt en de ondeugd haat. Er is aan deze kant van de eeuwige wereld geen rust voor de levende Christen. Gods geboden gehoorzamen is het goede doen en enkel het goede. Dat is Christelijke manhaftigheid. USG2 251.2
Maar velen moeten nodig leren uit het leven van Christus, Die de overste Leidsman en Voleinder des geloofs is. “Geeft acht op Deze, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen. Gij hebt nog ten bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde.” Hebreeën 12:3, 4. U moet opwassen in de Christelijke deugden. Door onder tegenkanting zachtmoedigheid te betonen en vanuit het aardse op te wassen, geeft u het bewijs dat Christus in u woont en dat elke gedachte, woord en daad de mensen eerder tot Jezus trekt dan tot het eigen-ik. Er valt nog heel wat werk te doen en de resterende tijd is kort. Laat het uw levenstaak zijn om allen te bezielen met de gedachte dat ze voor Christus een werk te doen hebben. Waar plichten moeten vervuld worden, die anderen niet begrijpen omdat ze hun levenstaak niet willen zien, zo neemt ze aan en doet ze. USG2 251.3