Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    WERELDSE BELANGEN EN HEMELSE SCHATTEN

    In de gemeente is een groot gebrek geweest aan christelijke goedertierenheid. Die ‘f best in staat waren het werk van God te bevorderen, hebben maar weinig gedaan. God heeft in Zijn barmhartigheid een groep tot de kennis der waarheid gebracht, opdat ze in vergelijking met aardse schatten haar onschatbare waarde zouden waarderen. Jezus heeft tot dezen gezegd: “Volgt Mij.” Hij test ze door een uitnodiging tot het avondmaal dat Hij heeft bereid. Hij ziet nauwlettend toe welk karakter zij zullen ontwikkelen, of hun eigen zelfzuchtige belangen hoger gewaardeerd zullen worden dan eeuwige rijkdommen. Velen van deze beste broeders geven door hun daden de verontschuldigingen weer, die vermeld worden in de volgende gelijkenis:USG1 372.1

    “Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ter ure des avondmaals om de genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. En zij begonnen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zei tot hem: Ik heb een akker gekocht en het is nodig dat ik uitga en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zei: Ik heb vijf juk ossen gekocht en ik ga heen om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. En dezelve dienstknecht wedergekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig en zei tot zijn dienstknecht: Ga haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier in.” Lukas 14 : 16—21.USG1 372.2

    Deze gelijkenis geeft ons een juist beeld van de toestand van velen, die belijden de tegenwoordige waarheid te geloven. De Here heeft hun een uitnodiging gezonden om op het avondmaal te komen, dat Hij heeft bereid met zulke grote kosten voor Zichzelven; maar wereldse belangen wegen bij hen zwaarder dan de hemelse schat. Ze zijn uitgenodigd om te delen in dingen van eeuwige waarde; maar hun boerderijen, hun vee en hun aardse aangelegenheden schijnen van zo ', n meerder belang dan gehoorzaamheid aan de hemelse uitnodiging, dat ze elke hemelse heerlijkheid overvleugelen, en deze aardse zaken moeten dan als verontschuldiging dienen voor hun ongehoorzaamheid ten opzichte van het hemelse bevel, “Komt; want alle dingen zijn nu gereed.” Deze broeders volgen blindelings het voorbeeld van hen, die in de gelijkenis worden geschilderd. Zij zien op hun aardse bezittingen en zeggen: “Neen Here, ik kan U niet volgen; ik bid U, houd mij voor verontschuldigd.”USG1 373.1

    Juist de zegeningen, die God deze mannen heeft geschonken om hen te toetsen, om te zien of ze “Gode, dat Gods is” zullen geven, gebruiken ze als een ver-ontschuldiging dat ze aan de eisen der waarheid niet kunnen voldoen. Ze houden hun aardse schat stevig omkneld, en zeggen: “Ik moet voor deze dingen zorg dragen; ik mag de aangelegenheden van dit leven niet verwaarlozen; dat alles behoort mij toe.” Zo is het hart van deze lieden zo hard geworden als een steen. Zij sluiten de deur huns harten voor de hemelse boodschapper, die zegt: “Komt, want alle dingen zijn nu gereed,” en ontsluiten die om de wereldse lasten en zakelijke zorgen binnen te laten, en tevergeefs vraagt Jezus om ingang te verkrijgen.USG1 373.2

    De herinnering aan God vervaagt en de geest wordt bekrompen en verlaagd omdat deze zich voortdurend instelt op het vergaren van geld.USG1 374.1

    Door zelfzucht en liefde voor de wereld hebben deze mensen steeds minder oog gekregen voor de betekenis van het werk voor dit laatste der dagen. Ze hebben zich niet als richtlijn gesteld dat ze in de eerste plaats God moeten dienen. Ze hebben in die richting geen ervaring. Hun bezit heeft al hun aandacht gevraagd en de heerlijkreid van het verlossingsplan verduisterd. Terwijl ze hun wereldse plannen steeds verbeteren en op breder basis stellen, zien ze de noodzaak niet om het werk Gods te doen groeien en uit te breiden. Ze steken hun geld in tijdelijke maar niet in eeuwige dingen. Hun hart hunkert naar steeds groter bezit. God heeft hen tot bewaarders van Zijn wet gesteld, opdat zij het licht, hun zo genadiglijk gegeven, ook voor anderen laten schijnen. Maar ze zijn zo zeer in de zorgen en de angsten gekomen, dat ze geen tijd hebben anderen met hun invloed ten zegen te zijn, met hun naasten te spreken, voor hen te bidden, en te trachten ze tot de kennis der waarheid te brengen.USG1 374.2

    Deze mannen zijn verantwoordelijk voor het goede, dat ze konden doen, maar waarvoor ze zich verontschuldigen uit hoofde van hun wereldse zorgen en lasten, die hun gedachten bezig houden en hun aandacht absorberen. Zielen, voor wie Christus stierf, zouden gered kunnen worden door hun persoonlijke inspanning en godvruchtig voorbeeld. Kostbare zielen gaan verloren door gebrek aan hef licht, dat God aan mensen gegeven heeft om het op de weg van anderen te laten schijnen. Maar het kostbare licht is verborgen onder een koornmaat en verspreidt geen licht voor hen, die in het huis zijn.USG1 374.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents