Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 38: HET LOON VAN DE HEILIGEN

    Toen zag ik een zeer groot aantal engelen prachtige kronen uit de stad brengen,— een kroon voor iedere heilige, met zijn naam erop geschreven. Toen Jezus om de kronen riep, boden engelen ze Hem aan, en met Zijn eigen rechterhand plaatste de lieflike Jezus de kronen op de hoofden van de heiligen. Op dezelfde wijze brachten de engelen de harpen, en Jezus gaf die insgelijks aan de heiligen. De bevelvoerende engelen gaven eerst de noot aan, en toen verhief iedere stem zich in een dankbaar en blij loflied, en iedere hand liet de vingers vaardig over de snaren van de harp glijden, en deed welluidende muziek horen in voile en volmaakte tonen.EG 343.1

    Toen zag ik Jezus het gezelschap der verlosten naar de poort van de stad leiden. Hi j legde de hand aan de poort en deed hem openzwaaien op zijn hlinkende scharnieren, en nodigde de volken, die de waarheid bewaard hadden, uit om binnen te gaan. In de stad was alles, waar het oog zich aan vergasten kan. De rijkste heerlikheid aanschouwden zij overal. Toen zag Jezus op Zijn verloste heiligen neer: hun aangezichten blonken van glorie; en terwijl Hij Zijn liefhebbende ogen op hen sloeg, sprak Hij met Zijn voile, muzikale stem: “Ik zie de arbeid Mijner ziel, en ben verzadigd. Deze rijke glorie is de awe om er eeuwig van te genieten. Uw lijden is over. De dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn.” Ik zag het heir der verlosten zich buigen en hun glinsterende kronen voor de voeten van Jezus werpen, en toen Zijn lieflike hand hen ophief, raakten zij hun gouden harpen aan, en vulde de ganse hemel zich met hun heerlike muziek en liederen aan het Lam.EG 343.2

    Toen zag ik Jezus Zijn volk naar.de boom des levens leiden, en wederom hoorde ik Zijn lieflike stem, voller van toon dan enige muziek, die ooit door menselik oor is opgevangen, zeggende: “De bladeren des booms zijn tot genezing der heidenen. Bet alien ervan.” Aan de boom des levens hingen prachtige vruchten, waar van de heiligen vrij mochten eten. In de stad was een uitermate heerlike troon, waaruit een zuivere rivier van water des levens, helder als kristai, vloeide. Aan iedere kant van deze rivier was de boom des levens, en op de oevers van de rivier waren andere prachtige bomen, welke vruchten droegen, die goed waren tot spijze.EG 344.1

    Woorden zijn geheel en al te zwak om te trachten er een beschrijving van de hemel in te geven. Terwijl het toneel zich aan mij voordoet, zit ik in stomme verbazing neer. Weggevoerd door de allesovertreffende pracht en uitermate grote heerlikheid, leg ik de pen neder, en roep uit: “O, welk een liefde! welk een wonderbare liefde! De verhevenste taal schiet tekort om de heerlikheid des hemels of de onvergelijkelike diepte van de liefde van een Heiland te schilderen.EG 344.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents