Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 27: AAN DE ONERVARENEN.

    Ik zag, dat sommigen geen levendig besef van het gewicht van de waarheid, of van de uitwerking ervan hadden, en handelende onder de indruk van het ogenblik, of door opwinding, dikwels hun gevoel volgen en niet letten op kerkorde. Dezulken schijnen te denken, dat de godsdienst hoofdzakelik bestaat in het maken van geraas. Sommigen, die nog maar onlangs da waarheid van de boodschap van de derde engel aangenomen hebben, staan klaar om hen, die al jarenlang in de waarheid gevestigd zijn, en die ter wille ervan geleden en de heiligende kracht ervan ondervonden hebben, te vermanen en te leren. Zij, die zo opgeblazen zijn door de vijand, zullen de heiligende invloed van de waarheid moeten vcelen, en een diep besef moeten erlangen van de staat waarin de waarheid hen gevonden heeft,—“ellendig, en jammerlik, en arm, en blind en naakt.” Wanneer de waarheid hen begint te louteren, en hun schuim op het allerreinste zal afzuiveren, gelijk voorzeker gebeuren zal, wanneer zij de waarheid in liefde ontvangen, dan zal de persoon, aan wie dit grote work geschied is, niet gevoelen, dat hij rijk en verrijkt is geworden, en geens dings gebrek heeft.EG 136.1

    Zij, die de waarheid belijden, en denken, dat zij die geheel en al kennen, voordat zij de eerste beginselen ervan geleerd hebben, en die zich op de voorgrond stellen om de plaats van leraars in te nemen, en degenen te vermanen, die reeds jaren onwrikbaar voor de waarheid gestaan hebben, tonen duidelik, dat zij de waarheid niet verstaan en niets weten van de uitwerking ervan; want indien zij iets wisten van de heiligende kracht ervan, dan zouden zij de vreedzame vrucht der gerechtigheid voortbrengen, en vernederd worden door zijn zoete, krachtige invloed. Zij zouden vrucht dragen tot verheerliking van God, en verstaan wat de waarheid voor hen gedaan heeft, en de een de ander uitnemender achten dan zichzelven.EG 137.1

    Ik zag, dat het overblijfsel niet voorbereid is op hetgeen over de aarde staat te komen. Stompheid, als een onnatuurlike slaap, schijnt te hangen over de geest van de meesten dergenen, die belijden te geloven, dat wij de laatste boodschap hebben. Mijn begeleidende engel riep met vreselike plechtigheid uit: “Bereidt u! Bereidt u! bereidt u! want de hittigheid van de toorn des Heren staat op het punt van te komen. Zijn toorn zal uitgegoten worden, ongemengd met genade, en gij zijt niet bereid. Scheurt uw hart en niet uw klederen. Er moet een groot werk gedaan worden voor het overblijfsel. Velen onder hen houden hun gedachten gevestigd op kleine beproevingen.” De engel sprak: “Er zijn legioenen van boze engelen rondom u, die u trachten in hun gruwelike duisternis te hullen, opdat gij in hun strik gevangen mocht worden. Gij laat uw gedachten te gemakkelik afgetrokken worden van het werk der voorbereiding, en de hoogste belangrijke waarheden voor deze laatste dagen. En gij denkt over kleine beproevingen, en gaat in de fijnste biezonderheden van kleine moeilikheden, om ze tot bevrediging van deze of gene uit te leggen.” Urenlange gesprekken worden gehouden door betrokken partijen, en niet slechts is hun tijd verknoeid, maar de dienstknechten van God zijn daar gehouden om toe te luisteren, terwijl de harten van beide partijen niet onderworpen zijn gemaakt door de genade. Indien hoogmoed en zelfzucht afgelegd worden, dan zullen de meeste moeilikheden in vijf minuten uit de weg worden geruimd. Engelen zijn gegriefd en God is ontevreden over de uren, welke gebruikt zijn om zichzelf te rechtvaardigen. Ik zag, dat God Zich niet wil nederbuigen en luisteren naar lange rechtvaardigingen, en Hij wil ook niet dat Zijn dienstknechten zulks doen, en op die wijze kostbare tijd verspillen, die gebruikt moet worden om overtreders de dwaling huns wegs te tonen, en om zielen uit het vuur te trekken.EG 137.2

    Ik zag dat Gods volk op de betoverde grond stond, en dat sommigen alle besef van de tijd en de waarde van een ziel verloren hebben. Hoogmoed is binnengealopen onder de Sabbathouders,—hoogmoed in kleding en voorkomen. De engel zei: “De Sabbathouders zullen zichzelven, hun hoogmoed en hun zucht om te behagen moeten afsterven.”EG 138.1

    Waarheid, zallgmakende waarheid, moet gegeven worden aan de van honger omkomende mensen, die in duisternis zitten. Ik zag, dat velen tot God baden om hen te vernederen; maar indien God hun gebeden zou verhoren, dan zou het door vreselike dingen in gerechtigheid zjin. Het was hun plicht om zichzelven te vernederen. Ik zag dat indien men toeliet, dat zelfverheffing inkwam, dit voorzeker zielen op het verkeerde pad zou leiden, en indien het niet overwonnen werd, zou het hun ondergang blijken te zijn. Wanneer iemand in zijn eigen ogen begint verhoogd te worden, en denkt, dat hij iets kan doen, dan wordt de Geest van God teruggetrokken, en hij gaat in zijn eigen kracht voort, totdat hij tot een val gebracht wordt. Ik zag dat een heilige, als hij recht staat.voor God, de arm van God kan bewegen; maar een menigte tezamen, indien zij niet in de rechte verhouding tot God stonden, zou zwak zijn, en niets kunnen uitrichten.EG 138.2

    Vele van hen hebben harten, die niet onderworpen en niet nederig zijn; en zij denken meer over hun eigen kleine g'rieven en beproevingen, dan over de zielen van zondaren. Indien zij de heerlikheid van God op het oog hadden, dan zouden zij gevoel hebben voor de verloren gaande zielen rondom hen; en wanneer zij hun gevaarlike toestand besef ten, zouden zij met geestdrift aan het werk gaan, vertrouwen op God oefenende, en de handen van Zijn dienstknechten omhoog, houdende, opdat zij met vrijmoedigheid, en toch in liefde, de waarheid zouden kunnen verkondigen en zielen waarschuwen om die aan te nemen, voordat de zachte stem der genade niet langer gehoord zou worden. De engel zei: “Degenen, die Zijn naam belijden, zijn niet bereid.” Ik zag dat de zeven laatste plagen over de onbeschermde hoofden der goddelozen kwamen, en dat zij dan, die hun in de weg gestaan hebben, de bittere verwijten van zondaren moeten aanhoren, en hun hart in hen zal besterven.EG 139.1

    Da engel sprak: “Gij houdt u bezig met nietige kleinigheden; houdt uw gedachten gevestigd op kleine beproevingen,—en zondaren moeten als gevolg hiervan verloren gaan.” God is gewillig ora voor ons te werken in onze vergaderingen, en het is Hem een genot om te werken. Maar Satan zegt: “Ik zal het werk hinderen.” Zijn werktuigen zeggen: “Amen.” Belijdende gelovigen in de waarheid blijven denken over hun kleine beproevingen en moeilikheden, die Satan voor hun ogen vergroot heeft. Er wordt tijd verknoeid, die nimmer meer ingehaald kan worden. De vijanden van de waarheid hebben onze zwakheid gezien. God is gegriefd geworden. Christus is verwond. Satans doel is bereikt, zijn plannen zijn geslaagd, en hij behaalt de overwinning.EG 140.1

    *****

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents