Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 11: PLICHTEN MET HET OOG OP DE TIJD DER BENAUWDHEID

    De Heer heeft mij herhaaldelik getoond, dat het tegen de Bijbel is om voorziening te maken voor onze tijdelike behoeften in de tijd der benauwdheid. Ik zag dat wanneer de heiligen voedsel verzameld en bij zich of buiten op het veld hadden in de tijd der benauwdheid, wanneer het zwaard, de hongersnood en pestilentie in het land zijn, het door geweld van hen weggenomen zou worden, en vreemdelingen hun velden zouden oogsten. Dan zal het onze tijd zijn om volkomen op God te vertrouwen, en Hij zal ons ondersteunen. Ik zag dat ons brood en ons water in die tijd gewis zullen zijn, en dat wij geen armoede zullen lijden of hongeren; want God is bij machte om een tafel voor ons toe te richten in de woestijn. Indien nodig zou Hij ons raven zenden om ons te voeden, gelijk Hij met Elija gedaan had, of manna uit de hemel laten regenen, gelijk Hij voor de Israelieten deed.EG 57.1

    Huizen en landerijen zullen van geen nut zijn voor de heiligen in de tijd der benauwdheid, want zij zullen dan moeten vluchten voor verwoede volksmenigten; en in die tijd zullen zij hun bezittingen niet met voordeel kunnen verkopen om de zaak van de tegenwoordige waarheid aan te helpen. Mij werd getoond, dat het de wil van God is, dat de heiligen zich los maken van alle lasten, voordat de tijd der benauwdheid aanbreekt, en een verbond met God maken met offerande. Indien zij hun bezittingen op het altaar houden, en God ernstig smeken om hen hun plicht te tonen, dan zal Hij hen leren wanneer zij over deze dingen moeten beschikken. Dan zullen zij vrij zijn in de tijd der benauwdheid, en geen hindernissen hebben, die hen terughouden.EG 57.2

    Ik zag, dat indien iemand zich aan zijn eigendom vastklemde, en niet aan de Heer vroeg wat zijn plicht was, Hij hem zijn plicht niet bekend zou maken, en die persoon zijn bezittingen zou mogen houden; en dat zij in de tijd der benauwdheid als een berg voor hem zouden oprijzen om hem te verpletteren, en hij zou trachten om ze van de hand te zetten, maar het niet meer zou kunnen doen. Ik hoorde sommigen weeklagen op deze manier: “De zaak kwijnde, Gods volk kwam om van honger naar de waarheid, en wij stelden geen poging in het werk om in de behoefte te voorzien; nu is ons eigendom nutteloos. O, dat wij het hadden laten gaan, en schatten opgelegd hadden in de hemel!” Ik zag dat een offer dat gebracht werd, niet toenam, maar afnam en verteerd werd. Ik zag ook dat Gud niet wilde, dat al Zijn volk tegelijkertijd hun bezittingen opgaf; maar dat indien zij zich van Hem wilden laten onderrichten, Hij hen in een tijd van nood leren zou, wanneer te verkopen en hoeveel. Van sommigen is er in het verleden verlangd geworden, dat zij hun bezittingen van de hand zouden zetten om de Advent zaak te steunen, terwijl anderen het hunne hebben kunnen behouden, tot er zich een tijd van nood zal voordoen. Dan, wanneer de zaak het nodig heeft, is het hun plicht om het te verkopen.EG 58.1

    Ik zag dat de boodschap, “Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes,” door sommigen niet in het rechte licht gegeven is geworden, en de bedoeling van de woorden van onze Heiland niet duidelik is voorgesteld. Het doel van verkopen is niet, aan diegenen te geven, die in staat zijn om te werken en zichzelven te onderhouden, maar om de waarheid te verspreiden. Het is zonde om degenen, die kunnen werken, te steunen en te helpen om zich aan luiheid over te geven. Sommigen hebben zich ijverig betoond in het bij wonen van al de bijeenkomsten, niet om God te verheerliken, maar om de “broden en de vissen.” Het zou zeel beter geweest zijn voor dezulken dat zij thuis met hun handen hadden gearbeid, “werkende dat goed is,” ten einde te voorzien in de behoeften van hun gezinnen, en iets te hebben om te geven tot ondersteuning van de kostbare zaak van de tegenwoordige waarheid. Tans is het tijd om schatten op te leggen in de hemel, en om onze harten in orde te stellen en klaar te zijn voor de tijd der benauwdheid. Zij, die rein van handen en zuiver van hart zijn, zullen bestaan in die moeilike tijd. Nu is het tijd voor ons om de wet van God in ons verstand en onze voorhoofden te hebben, en die in onze harten te laten inschrijven.EG 58.2

    De Heer heeft mij het gevaar getoond van onze harten vol te laten zijn van wereldse gedachten en zorgen. Ik zag, dat sommige harten afgekeerd werden van de tegenwoordige waarheid en hun liefde van het heilige Bijbelwoord, door andere opwindende boeken te lezen; anderen weer zijn vol angst en zorg voor hetgeen zij eten en drinken, en waarmede zij zich kleden zullen. Sommigen zien te ver in de toekomst naar de komst des Heren uit. De tijd is enige jaren langer voortgegaan dan zij verwachtten, waarom zij menen, dat hij misschien nog enige jaren langer zal voortgaan; en op die wijze worden hun harten afgetrokken van de tegenwoordige waarheid, en gaan uit naar de wereld. Ik zag groot gevaar in deze dingen; want indien het hoofd vol is van andere dingen, wordt de tegenwoordige waarheid buitengesloten, en is er geen plaats op onze voorhoofden voor het zegel van de levende God. Ik zag dat de tijd dat Jezus in het allerheilige zal zijn, bijna voorbij was, en dat de tijd nog maar een weinig langer kan voortgaan. Al de vrije tijd, welke wij hebben, moešten wij gebruiken om de Bijbel te onderzoeken, die ons in de laatste dag oordelen zal.EG 59.1

    Geliefde broeders en zusters, laat toch de geboden van God en de getuigenis van Jezus Christus voortdurend in uw gedachten zijn, en laat die de wereldse gedachten en zorgen verdringen. Laat ze uw overdenking zijn wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Leeft en handelt geheel en al met uitzicht op de komst van de Zoon des mensen. De tijd der verzegeling is zeer kort, en zal spoedig voorbij wezen. Nu is het tijd, terwijl de vier engelen de vier winden houden, om onze roeping en verkiezing vast te maken.EG 60.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents