Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    EEN TIENDE VAN HET INKOMEN

    Als vereist bedrag heeft God een tiende van het inkomen gesteld. Dit wordt overgelaten aan het geweten en de goedwilligheid van mensen, wier oordeel in dit tiende-stelsel geheel vrij wordt gelaten. En terwijl het aan het geweten van een ieder wordt overgelaten, is een plan uitgewerkt, dat iedereen gemakkelijk kan begrijpen. Dwang wordt niet uifgeoefend.USG1 385.1

    God deed een beroep op de mensen in de Mozaïsche bedeling om een tiende van hun inkomsten te geven. Hij vertrouwde aan hen toe de aangelegenheden van dit leven, talenten, om daarmee te woekeren en Hem terug te geven. Hij heeft één tiende geëist en daarop maakt Hij aanspraak als het allerminste, wat de mens Hem zou teruggeven. Hij zegt: Ik geef u negen tienden, terwijl Ik één tiende opeis; dat behoort Mij toe. Wanneer de men-sen die ene tiende achterhouden, beroven ze God. Zondoffers, vredeoffers en dankoffers werden eveneens vereist, boven de tiende van het inkomen.USG1 385.2

    Al wat wordt achtergehouden van wat God eist, de tiende van de inkomsten, wordt in de boeken des hemels ten name van degenen, die dat achter houden, als diefstal genoteerd. Dezulken bestelen hun Schepper; en wanneer hun deze zonde der nalatigheid onder het oog wordt gebracht, dan is het niet voldoende dat ze enkel hun koers wijzigen en van af die tijd zich aan hef juiste beginsel gaan houden. Dat zal geen verandering brengen in de cijfers, genoteerd in het hemelse verslag ten aanzien van de verduistering van het eigendom, dat hun werd toevertrouwd om het de Uitlener terug te geven. Berouw over die bedriegelijke handelwijze tegenover God, en over die grote ondankbaarheid wordt vereist.USG1 385.3

    “Zal een mens God beroven? Maar gij berooft Mij, en zegt: waarin beroven wij U? in de tienden en het hefoffer. Met een vloek zijt gij vervloekt, omdat gij Mij berooft, zelfs het ganse volk. Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de Here der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des hemels, en u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen.” Maleachi 3 :8-10. Hier wordt beloofd, dat, wanneer al de tienden in het schathuis gebracht worden, een zegen Gods over de gehoorzamen zal uitgestort worden.USG1 386.1

    “En Ik zal om uwentwil de opeter schelden, dat hij u de vrucht des lands niet verderve; en de wijnstok op het veld zal u geen misdracht voortbrengen, zegt de Here der heirscharen. En alle heidenen zullen u gelukzalig noemen; want gijlieden zult een lustig land zijn, zegt de Here der heirscharen.” Verzen 11, 12. Indien allen, die de waarheid belijden, aan Gods aanspraken zullen voldoen door de tiende te geven, waarvan God zegt dat die Hem toebehoort, zal er geld genoeg zijn in het schathuis om het grote werk tot zaligheid van de mens te volvoeren.USG1 386.2

    God heeft de mens negen tienden gegeven, terwijl Hij een tiende vordert voor geheiligde doeleinden, zoals Hij de mens zes dagen gegeven heeft voor zijn eigen werk, en de zevende dag voor Zichzelve heeft afgezonderd en geheiligd. Want, evenals de Sabbat, is één tien-de van de inkomsten geheiligd; dat heeft God voor Zichzelve gereserveerd. Hij zal Zijn werk op aarde uitvoeren met de inkomsten van de middelen, die Hij de mens heeft toevertrouwd.USG1 386.3

    God eiste van Zijn oude volk drie jaarlijkse bijeenkomsten. “Driemaal in het jaar zal alles wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht uws Heren, uws Gods, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal; op het feest der ongezuurde broden, en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het zal niet ledig voor het aangezicht des Heren verschijnen; een ieder, naar de gave zijner hand, naar de zegen des Heren, uws Gods, die Hij u gegeven heeft.” Deuteronomium 16:16, 17. Niet minder dan een derde van hun inkomsten werd ge-wijd aan geheiligde en godsdienstige doeleinden.USG1 387.1

    Wanneer, in welke periode der wereld ook, Gods volk blijmoedig en gewillig heeft beantwoord aan Zijn weldadigheidsplan en in het brengen van gaven en offers, hebben ze de duurzame belofte in vervulling zien gaan dat voorspoed op hun arbeid rust naar de mate zij gehoorzaamd hebben aan Zijn eisen. Wanneer ze de aanspraken Gods erkennen en aan Zijn eisen voldoen, Hem vererende met hun aandeel, zullen hun schuren overvol zijn. Maar wanneer ze God beroofden in tienden en gaven, dan zouden ze ervaren, dat ze niet enkel Hem, maar ook zichzelven beroofden, want Hij beperkte Zijn zegeningen ten opzichte van hen naar verhouding als zij hun gaven aan Hem beperkten.USG1 387.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents