Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    ANDEREN LEED AANDOEN

    Wanneer we geprobeerd hebben de gezondheidshervorming aan onze broeders en zusters duidelijk te maken, en hen gesproken hebben over de belangrijkheid van eten en drinken en dat al hun doen ter ere Gods moet zijn, hebben velen door hun daden gezegd: “Het gaat niemand aan of ik dit of dat eet. Wat we ook doen, we hebben de consequenties daarvan voor onszelven te aanvaarden.”USG1 186.2

    Beste vrienden, daarin dwaalt gij volkomen. Gij zijt niet de enigen, die lijden door een verkeerde handelwijze. De omgeving, waarin gij staat, ondergaat de gevolgen van uw verkeerdheden in grote mate evenzeer als gij zelven. Wanneer gij lijdt onder een onmatigheid in eten of drinken, ondergaan wij, in uw omgeving of met u verbonden, eveneens de invloed van uw zwakheden. Wij zijn ook de dupe van een verkeerde handelwijze. Wanneer dat ten gevolge heeft, dat uw krachten naar lichaam en geest afnemen, voelen we dat wanneer we in uw gezelschap zijn, en ondergaan daarvan de invloed. Indien, in plaats van een veerkrachtige geest te hebben, gij last hebt van somberheid, werpt gij een schaduw op de geest van allen in uw omgeving. Wanneer wij bedroetd of terneergeslagen zijn, en moeilijkheden hebben, zoudt gij, met een goede gezondheid, de helderheid van geest hebben om ons daaruit te halen en een woord van bemoediging tot ons te richten. Maar wanneer uw hersenen zo verdoofd zijn door uw verkeerde levenswijze, dat ge ons geen goede raad kunt geven, ondergaan wij daarvan dan niet de schade? Gaat er van u geen nadelige invloed op ons uit? We mogen dan een grote mate van vertrouwen hebben in ons eigen oordeel, nochtans hebben we wel eens behoefte aan goede raad; want “er is redding als er vele raadslieden zijn.” Spreuken 11 : 14, N.V.USG1 186.3

    Het is ons verlangen dat we raadzaam contact houden met degenen, die we liefhebben, en we willen hun raad inwinnen en zien graag dat ze daartoe een helder verstand hebben. Maar wat hebben we aan uw oordeel, wanneer de zenuwen van de hersenen bij u overbelast zijn en de vitaliteit van de hersenen opgeofferd is aan het gebruik van ongezond voedsel, of van een enorme hoeveelheid gezond voedsel? Wat hebben we aan het oordeel van zulke mensen? Ze moeten heenzien door een massa onverteerd voedsel. Daarom oefent uw levenswijze een nadelige invloed op ons uit. Het is niet mogelijk voor u een verkeerde weg te volgen zonder anderen daardoor leed aan te doen.USG1 187.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents