Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 34—GEZONDHEID EN RELIGIE

    Er zijn mensen met een ziekelijke verbeelding, voor wie de religie een tyran is, die over hen heerst met een ijzeren roede. Aanhoudend treuren ze over hun verdorvenheid en zuchten over vermeend kwaad. In hun hart koesteren ze geen lietde en een wolk van somberheid ligt over hun gelaat. De vrolijke lach van de jeugd of van anderen is voor hen als een koud bad. Ze beschouwen alle ontspanning en amusement als zonde en denken dat hun geest altijd in zo ', n doffe somberheid moet verkeren. Dat is het ene uiterste. Anderen zijn de mening toegedaan dat de geest altijd bezig moet zijn om nieuwe amusementen en afleiding te ontdekken om maar gezond te blijven. Op de duur kunnen ze niet buiten de prikkel van het vermaak, en anders voelen ze zich onbehaaglijk. Dat zijn geen ware Christenen. Zij gaan naar een ander uiterste.USG1 181.1

    De ware beginselen van het Christendom openen voor allen een bron van geluk, waarvan de hoogte en de diepte, de lengte en de breedte niet te meten zijn. Het is Christus in ons, een fontein van water, opspringende tot in het eeuwige leven. Het is een aanhoudend stromende bron, waaruit de Christen naar verkiezing kan drinken zonder dat zij opdroogt.USG1 181.2

    Dat wat ongeveer allen een ziekte naar lichaam en geest bezorgt, ligt in onvoldane gevoelens en ontevreden kniezen. Zij hebben geen God, ze hebben geen hoop, die reikt tot achter het voorhangsel, hetgeen een anker der ziel is, zeker en vast. Allen die deze hoop be-zitten zullen zich reinigen zoals Hij rein is. Die worden niet gekweld door rusteloze verlangens, gemor en ontevredenheid; ze spieden niet voortdurend naar kwaad, noch zijn ze zwartgallig over vermeende moeilijkheden. Maar we zien zo velen, die een moeilijke tijd te wachten staat; angst staat op het gelaat te lezen; ze schijnen geen troost te vinden, maar zien altijd vreesachtig uit naar een of ander dreigend kwaad.USG1 181.3

    Dezulken onteren God en brengen de godsdienst van Christus in discrediet. Zij koesteren geen ware liefde voor God, noch voor hun omgeving en kinderen. Hun affecties zijn van ziekelijke aard. Maar ijdel vermaak zal de geest van zulke mensen nooit herstellen. Zij hebben de hervormende invloed van God nodig om gelukkig te zijn.USG1 182.1

    De samenhang, die bestaat tussen de geest en het lichaam is zeer groot. Wanneer de ene beroerd wordt, reageert de andere daarop. De toestand van de geest houdt nauw verband met de gezondheid van het lichaamsgestel. Wanneer de geest vrij en gelukkig is, zich bewust zijnde het goede te doen, en een gevoel van tevredenheid anderen gelukkig maakt, zal dat een blij-moedigheid verwekken, die zal reageren op het gehele gestel, en daaruit zal een betere bloedsomloop voortkomen, waardoor het gehele lichaam veerkrachtiger wordt. De zegen Gods is als een genezend medicijn, en zij, die anderen overvloedig wel doen, zullen die wonderlijke zegen in hun eigen hart en leven bespeuren.USG1 182.2

    De godsdienst van de Bijbel is niet nadelig voor de gezondheid van het lichaam of van de geest. De invloed van de Geest Gods is de allerbeste medicijn, welke een zieke man of vrouw kan verkrijgen. De hemel is een en al gezondheid, en hoe dieper men zich de hemelse invloeden bewust is, des te zekerder zal het herstel zijn van de gelovige kranke.USG1 182.3

    Satan is de aanstichter van ziekte, en de arts voert de strijd tegen zijn werk en macht. Ziekte van de geest overheerst overal. Negen tienden van de ziekten, waaraan de mensen lijden, ontstaan daaruit. Misschien vreet een of andere bestaande moeilijkheid in het gezin als een kan ker aan de ziel, en verzwakt de levenskrachten. Gewetensknagingen tengevolge van de zonde ondermijnen somtijds het gestel en brengen de geest uit zijn evenwicht. Zo zijn er ook misleidende leerstellingen, zoals van een eeuwig brandende hel en de eindeloze pijniging der goddelozen, welke, door hun buitenissige en verwrongen inzichten van Gods karakter, hetzelfde resultaat teweeg brengen op overgevoelige zielen. Ongelovigen hebben uit deze ongelukkige gevallen het meeste munt geslagen, waar ze waanzin aan de godsdienst toeschrijven; maar dit is grote laster, zo erg, dat ze er niet op gesteld zouden wezen om dat persoonlijk te ervaren. De godsdienst van Christus, verre van de oorzaak van waanzin te zijn, is een van haar meest daadwerkelijke geneesmiddelen; want hij is een machtige kalmeerder der zenuwen.USG1 182.4

    1885, Vol. 5, blz. 444

    De zondelast, met zijn onrustige en onbevredigde verlangens, ligt bij de bron van de meeste ziekten, waaraan de zondaar lijdt. Christus is de machtige Heelmeester van de zonde-zieke ziel. Deze zwaar beproefden hebben een klaarder kennis nodig van Hem, Die men moet kennen om het eeuwige leven te hebben. Zij moeten geduldig en vriendelijk, maar toch ernstig onderricht worden, hoe de vensteren der ziel open gezet moeten worden om het zonlicht van Gods liefde binnen te laten opdat de duistere kamers van de geest verlicht zullen worden.USG1 183.1

    1881, Vol. 4, blz. 579

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents