Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First

    “Verzoen u met uw broeder.”

    De liefde Gods is meer dan een ontkenning van het boze; ze is een positief, actief beginsel, een levende bron, die altijd stroomt om anderen te zegenen. Indien de liefde van Christus in ons woont, zullen we niet alleen geen haat koesteren jegens onze medemensen, maar we zullen ook iedere gelegenheid zoeken om liefde jegens hen te openbaren.GZ 55.2

    Jezus zeide: „Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave.” Het brengen van offeranden bracht het geloof tot uitdrukking, dat door Christus degene die het offer bracht deel kreeg aan de genade en liefde van God. Het zou echter een paskwil zijn, wanneer iemand zijn geloof in Gods ver-gevende liefde tot uitdrukking bracht, terwijl hijzelf een geest zonder liefde bezat.GZ 55.3

    Wanneer iemand die belijdt God te dienen een broeder kwetst of onrecht aandoet, geeft hij een verkeerde voorstelling van het karak ter Gods aan die broeder, en het verkeerde daarvan moet beleden worden. Hij moet erkennen dat het zonde is, om in harmonie met God te komen. Onze broeder heeft ons wellicht groter onrecht gedaan dan wij hem, maar dit vermindert onze verantwoordelijkheid niet. Indien wij, wanneer we voor God komen, bedenken dat iemand anders een grief tegen ons heeft, moeten wij ons gebed laten wachten, of onze dankzegging, of ons vrijwillig offer, en naar de broeder gaan met wie wij een geschil hebben, en in nederigheid onze eigen zonde belijden, en om vergeving vragen.GZ 55.4

    Indien wij op enigerlei wijze onze broeder hebben bedrogen of nadeel berokkend, moeten wij dit terug betalen. Indien wij onbewust vals getuigenis hebben gegeven, indien wij zijn woorden verkeerd hebben verklaard, indien wij zijn invloed op enigerlei wijze hebben benadeeld, moeten wij gaan naar de mensen met wie we over hem gesproken hebben, en alle schadelijke onwaarheden terugnemen.GZ 56.1

    Hoeveel kwaad zou voorkomen worden, indien moeilijkheden tussen broeders niet aan anderen werden voorgelegd, maar vrijmoedig tussen hen werden uitgesproken! Hoevele oorzaken van verbittering, waardoor velen verontreinigd worden zouden dan vernietigd worden, en hoe nauw en teder zouden dan de volgelingen van Christus verbonden kunnen zijn in Zijn. liefde!GZ 56.2