Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    “Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen?” Matth. 19 : 3, 8.

    Bij de Joden was het geoorloofd, dat een man zijn vrouw wegzond om de meest onbelangrijke vergrijpen, en de vrouw was dan vrij om opnieuw te huwen. Deze gebruiken leidden tot groot verval en zonde. In de bergrede verklaarde Jezus duidelijk, dat de huwelijksband niet ontbonden kon worden, behalve door ontrouw aan de huwelijksgelofte. „Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk.”GZ 59.2

    Toen de Farizeeën Hem later vroegen of het volgens de wet geoorloofd was, te scheiden, wees Jezus Zijn toehoorders terug op de instelling van het huwelijk zoals die bij de schepping gegeven werd. Hij zeide: „Mozes heeft met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van de beginne is het niet zo geweest.” Matth. 19 : 8. Hij wees hen op de gezegende dagen in Eden, toen God alles „zeer goed” noemde. Toen vonden het huwelijk en de Sabbat hun oorsprong, beide instellingen tot eer van God en het welzijn van de mensen. Toen de Schepper de handen van het heilig paar samenvouwde tot een huwelijksbond, zeide Hij: „Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en zij zullen tot één vlees zijn,” Gen. 2 : 24, en op dat ogenblik kondigde Hij de huwelijkswet af voor alle kinderen Adams tot aan het einde des tijds. Datgene waarvan de eeuwige Vader zelf had gezegd dat het goed was, was de wet, die de hoogste zegen en ontwikkeling aan de mens zou brengen.GZ 59.3

    Evenals alle andere goede gaven Gods die aan de hoede der mensen zijn toevertrouwd, is het huwelijk door de zonde op een lager plan gebracht; maar het is de bedoeling van het evangelie om de reinheid en schoonheid van het huwelijk te herstellen. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament wordt de huwelijksverhouding gebruikt om de tedere, heilige band voor te stellen die bestaat tussen Christus en Zijn volk, de verlosten die Hij heeft gekocht en betaald met Golgotha. „Vreest niet,” zegt Hij; „Want uw man is uw Maker, Here der heerscharen is Zijn naam; en uw losser is de Heilige Israels.” Jes. 54 : 4, 5. „Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord des Heren want Ik ben heer over u.” Jer. 3 : 14. In het Hooglied horen we hoe de bruid zegt: „Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem.” En Hij die voor haar „uitblinkend boven tienduizenden” is, spreekt tot Zijn uitverkorene: „Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij.” Hooglied 2:16; 5 : 10; 4 : 7.GZ 60.1

    Later verklaart de apostel Paulus, wanneer hij schrijft aan de Christenen te Epheze, dat de Here het zo heeft ingesteld, dat de man het hoofd van de vrouw is, haar beschermer, de echtgenoot, die de leden van het gezin tezamen bindt, zoals Christus het hoofd van de gemeente is en de Heiland van het geestelijk lichaam. Daarom zegt hij: „Gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles. Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus Zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet. Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben.” Eph. 5 : 24-28.GZ 60.2

    De genade van Christus, en die alleen, kan deze instelling maken tot wat Gods bedoeling ermee was — een macht tot zegen en verheffing van het mensdom. En zo kunnen de gezinnen op aarde, in hun eenheid, vrede en liefde het hemelse gezin uitbeelden.GZ 61.1

    Heden geeft, evenals in de dagen van Christus, de toestand in de maatschappij een droevig antwoord op het hemels ideaal van deze geheiligde verhouding. Toch biedt het evangelie zelfs voor diegenen, die bitterheid en teleurstelling hebben gevonden waar ze gehoopt hadden kameraadschap en vreugde te vinden, vertroosting. Het geduld en de tederheid die zij door de Geest van Christus kunnen deelachtig worden, zullen het bittere lot verzoeten. Het hart waarin Christus woont, zal zo vervuld, zo verzadigd worden van Zijn liefde, dat het niet zal worden verteerd door verlangen om medelijden en aandacht op te wekken voor zichzelf. En door overgave van de ziel aan God, kan Zijn wijsheid volbrengen waarin menselijke wijsheid faalt. Door de openbaring van Zijn genade, kunnen harten, die eenmaal onverschillig of vervreemd waren, verenigd worden door banden die sterker en blijvender zijn dan aardse banden, — de gouden banden van een liefde die de toets der beproeving zal doorstaan.GZ 61.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents