Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    “Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid.”

    Evenals de eerste zin wijst ook de laatste zin van het gebed des Heren op onze Vader als Een, Die boven alle macht en gezag en boven iedere naam die genoemd wordt, staat. De Heiland zag de jaren die Zijn discipelen te wachten stonden, niet, zoals zij gedroomd hadden, liggende in het zonlicht van wereldse voorspoed en eer, maar donker door de stormen van menselijke haat en satanische woede. Temidden van nationale strijd en ondergang, zouden de wegen van de discipelen vol gevaren zijn, en dikwijls zou hun hart benauwd van vrees zijn. Zij zouden Jeruzalem als een woeste plaats zien, de tempel weggevaagd, de eredienst daarin voorgoed ten einde, en Israël verstrooid over alle landen, als schipbreukelingen op een verlaten strand. Jezus zeide: „Ook zult gij horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen.” „Volk zal opstaan tegen volk, en ko ninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden en aardbevingen zijn. Doch dit alles is het begin der weeën.” Matth. 24 : 6-8. Toch behoefden de volgelingen van Christus niet te vrezen dat hun hoop verloren was, of dat God de aarde verlaten had. De macht en de heerlijkheid behoren Hem, Wiens grote bedoelingen verder onverhinderd naar hun vervulling zullen gaan. In het gebed, dat hun dagelijkse behoeften onder woorden brengt, werden de discipelen van Christus erop gewezen heen te zien over alle macht en kracht van de boze, op de Here hun God, Wiens koninkrijk heerst over alles, en Die hun Vader en eeuwige Vriend is. De verwoesting van Jeruzalem was een symbool van de uiteindelijke verwoesting, die over de wereld zal komen. De profetieën, die gedeeltelijk in vervulling zijn gegaan in de verwoesting van Jeruzalem, zijn meer direct van toepassing op het laatste der dagen. Wij staan nu aan de vooravond van grote, plechtige gebeurtenis-sen. Voor ons ligt een crisis, zoals de wereld nog nooit gezien heeft. En op heerlijke wijze komt tot ons, evenals tot de eerste discipelen, de verzekering, dat Gods koninkrijk over alles heerst. De volgorde van de komende gebeurtenissen is in handen van onze Maker. De Majesteit des hemels heeft de bestemming van de volken, evenals de belangen van Zijn gemeente, in Zijn handen. De goddelijke Leider zegt tot een ieder, die meewerkt aan de volvoering van Zijn plannen, zoals Hij eens tot Cyrus zeide: „Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet.” Jes. 45 : 5.GZ 105.3

    In het visioen van de profeet Ezechiël verscheen een hand onder de vleugels van de cherubim. Dit is bedoeld om Zijn dienaren te leren, dat het de kracht van God is, die hun succes geeft. Zij, die God gebruikt als Zijn boodschappers, mogen niet het gevoel hebben, dat Zijn werk van hen afhankelijk is. Sterfelijke wezens dragen deze last van verantwoordelijkheid niet. Hij die niet sluimert, Die voortdurend werkt voor de uitvoering van Zijn bedoelingen, zal Zijn eigen werk voorwaarts doen gaan. Hij zal de plannen van boze mensen verijdelen, en zal de beraadslagingen van hen, die kwaad beramen tegen Zijn volk in verwarring brengen. Hij die de Koning is, de Here der heerscharen, woont tussen de cherubs, en temidden van de strijd en het gewcel der volken waakt Hij nog steeds over Zijn kinderen.GZ 106.1

    Hij die heerst in de hemelen is onze Heiland. Hij meet iedere beproeving, Hij ziet toe op het vuur in de oven dat iedere ziel moet beproeven. Wanneer de vestingen van koningen omver geworpen zullen worden, wanneer de pijlen des toorns de harten van Zijn vijanden zullen door boren, zal Zijn volk veilig zijn in Zijn handen.GZ 107.1

    „Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja alles wat in de hemel en op de aarde is... in Uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in Uw macht, een ieder groot en sterk te maken.” 1 Kron. 29 : 11„ 12.GZ 107.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents