Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    “Uw koninkrijk kome.”

    God is onze Vader die ons liefheeft en voor ons zorgt als voor Zijn kinderen; Hij is tevens de grote Koning van het heelal. De belangen van Zijn koninkrijk zijn onze belangen, en wij moeten werken voor de opbouw daarvan.GZ 95.2

    De discipelen van Christus zagen uit naar de onmiddellijke komst van het koninkrijk van Zijn heerlijkheid; maar door hun dit gebed te geven leerde Jezus, dat het koninkrijk niet in die tijd zou worden bevestigd. Zij moesten bidden voor de komst daarvan als voor een gebeurtenis die nog in de toekomst lag. Maar deze bede was ook een verzekering voor hen. Hoewel ze niet de komst van het koninkrijk in hun dagen zouden aanschouwen, is het feit, dat Jezus hun gebood ervoor te bidden, een bewijs dat het zeker zal komen op Gods tijd.GZ 95.3

    Het koninkrijk van Gods genade wordt nu opgericht, doordat dag aan dag harten, die vol van zonde en opstandigheid zijn geweest, zich overgeven aan de oppermacht van Zijn liefde. Maar de volledige bevestiging van het koninkrijk van Zijn heerlijkheid zal pas plaatsvinden bij de wederkomst van Christus naar deze wereld. „Het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten.” Dan. 7 : 27. Zij zullen het koninkrijk beërven, dat voor hen bereid was „van de grondlegging der wereld af.” Matth. 25 : 34. En Christus zal zelf Zijn grote macht in handen nemen en Hij zal regeren.GZ 96.1

    De hemelse poorten zullen opnieuw verhoogd worden, en met tienduizend maal tienduizend en duizend maal duizenden heiligen, zal onze Heiland uitgaan als Koning der koningen en Here der heren.GZ 96.2

    Jehova Immanuel „zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en Zijn naam de enige.” „De tent van God,” zal bij de mensen zijn, „en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn.” Zach. 14 : 9, Openb. 21:3.GZ 96.3

    Maar vóór die komst, zeide Jezus, moet „dit evangelie van het Koninkrijk ... in de gehele wereld gepredikt worden, tot een getuigenis voor alle volkeren.” Matth. 24 : 14. Zijn koninkrijk zal niet komen, voordat de blijde boodschap van Zijn genade aan de gehele aarde gebracht is. Daarom kunnen wij, wanneer we onszelf aan Christus geven en andere zielen voor Hem winnen, de komst van Zijn koninkrijk verhaasten. Alleen zij, die zich wijden aan Zijn dienst, zeggende: „Hier ben ik, zend mij,” om blinden de ogen te openen, om mensen te doen keren „uit de duisternis tot het licht, en van de macht van Satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen,” (Jes. 6:8; Hand. 26 : 18), alleen zij bidden in oprechtheid: „Uw koninkrijk kome.”GZ 96.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents