Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    “Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen.. .; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.”

    Indien ge uzelf aan God gegeven hebt om Zijn werk te doen, behoeft u niet bezorgd te zijn voor de dag van morgen. Hij, wiens dienstknecht gij zijt, kent het einde vanaf het begin. De gebeurtenissen van morgen, die voor uw ogen verborgen zijn, liggen open voor de ogen van Hem, Die almachtig is.GZ 89.2

    Wanneer wij de behandeling der dingen waarmee wij te maken hebben in onze eigen handen nemen, en ons voor het welslagen daarvan afhankelijk stellen van onze eigen wijsheid, nemen wij een last op ons, die God ons niet te dragen gegeven heeft, en trachten die zonder Zijn hulp te torsen. We nemen zelf de verantwoording op ons, die God toebehoort, en op deze wijze stellen wij ons in werkelijkheid in Zijn plaats. Terecht kunnen wij ons dan zorgen maken, en gevaar en verlies verwachten; immers, dit zal zeker over ons komen. Maar wanneer we werkelijk geloven, dat God ons liefheeft, en dat het Zijn bedoeling is, ons wel te doen, zullen wij ophouden, ons zorgen te maken over de toekomst. Wij zullen God vertrouwen zoals een kind een liefhebbende ouder vertrouwt. Dan zullen onze moeilijkheden en kwellingen verdwijnen; want onze wil is opgenomen in de wil van God.GZ 89.3

    Christus heeft ons niet beloofd, dat Hij ons zal helpen de zorgen van morgen vandaag te dragen. Hij zegt: „Mijn genade is u genoeg.” 2 Cor. 12:9. Maar, gelijk het manna, dat in de woestijn gegeven werd, wordt Zijn genade dag aan dag geschonken, naar gelang de behoeften van de dag. Evenals het leger van Israël op zijn pelgrimstocht, kunnen wij iedere morgen weer het brood des hemels vinden, dat voldoende is voor die dag.GZ 90.1

    Slechts één dag bezitten wij, en die dag moeten wij leven voor God. Voor deze ene dag moeten wij, in ernstig dienen, al onze bedoelingen en plannen in de hand van Christus leggen, al onze zorg op Hem werpen, want Hij zorgt voor ons. „Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.” Jer. 29 : 11. „Door bekering en rust zoudt gij verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw kracht zijn.” Jes. 30 : 15. Indien gij de Here wilt zoeken en u dagelijks wilt bekeren; indien gij naar uw eigen geestelijke keuze vrij en verheugd in God wilt zijn; indien gij met blijde instemming van uw hart op Zijn liefdevolle oproep, het juk van Christus wilt dragen, — het juk van gehoorzaamheid en dienen — dan zal al uw ontevredenheid tot zwijgen gebracht worden, al uw moeilijkheden zullen verwijderd worden, alle verwarrende problemen, die u nu omringen, zullen dan opgelost worden.GZ 90.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents