Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First

    “Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden.”

    Het treuren waarvan hier sprake is, is het ware verdriet des harten vanwege de zonde. Jezus zeide: „En als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.” Joh. 12 : 32. En wanneer iemand ertoe getrokken wordt, Jezus verhoogd aan het kruis te zien, ontdekt hij de zondigheid van het mensdom. Hij ziet, dat het de zonde is, die de Here der heerlijkheid geselde en kruisigde, Hij ziet dat, terwijl Jezus hem heeft liefgehad met een onuitsprekelijke tederheid, nochtans het leven van de zondaar een voortdurend schouwspel van ondankbaarheid en opstandigheid is geweest. Hij heeft zijn beste Vriend verlaten, en de meest kostbare gift des hemels misbruikt. Hij heeft voor zichzelf de Zoon van God opnieuw gekruisigd, en opnieuw dat bloedende, geslagen hart doorstoken. Hij is van God gescheiden door een golf van zonde, die breed en zwart en diep is, en hij treurt met een gebroken hart. Zij die op deze wijze treuren „zullen vertroost worden.” God openbaart ons onze schuld, opdat wij tot Jezus mogen vluchten, en door Hem bevrijd mogen worden van de slavernij van de zonde, en ons verheugen in de vrijheid van de kinderen Gods. In waar berouw mogen wij tot de voet van het kruis komen en daar onze last neerleggen.GZ 14.1

    De woorden van de Heiland houden een boodschap in van vertroosting ook voor allen die lijden door ziekte of verlies. Onze smarten komen niet uit de grond op. „Immers niet van harte verdrukt en bedroeft Hij de mensenkinderen.” Klaagl. 3:33. Wanneer Hij beproevingen en smarten toelaat, is dat „tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan Zijn heiligheid.” Hebr. 12 : 10. Indien de beproeving in het geloof aanvaard wordt, zal datgene wat zo bitter en moeilijk te dragen schijnt, een zegen blijken te zijn. De wrede slag die de vreugden der aarde doet verdwijnen zal het middel zijn waardoor onze ogen op de hemel gericht worden. Hoevelen zijn er, die nooit Jezus gekend zouden hebben, indien smart hen er niet toe had gebracht troost bij Hem te zoeken! De beproevingen des levens zijn Gods werklieden, die de onreinheden en ruwheid van ons karakter moeten wegnemen. Hun hak ken, schuren en schaven, hun polijsten en glanzen vormen een pijnlijk proces, het is hard om op de slijpsteen gedrukt te worden. Maar de steen wordt tevoorschijn gebracht, gereed om zijn plaats in te nemen in de hemelse tempel. De Meester besteedt niet zoveel zorgvuldig, degelijk werk aan nutteloos materiaal. Alleen Zijn kostbare stenen worden gepolijst om te worden gebruikt voor een paleis.GZ 14.2

    De Here wil werken voor allen die hun vertrouwen op Hem stellen. Kostbare overwinningen zullen behaald worden door de getrouwen. Kostbare lessen zullen geleerd worden. Kostbare ervaringen zullen werkelijkheid worden.GZ 15.1

    Onze hemelse Vader vergeet nooit hen, die door smart zijn getroffen. Toen David de Olijfberg besteeg, „en weende onder het voortgaan, het hoofd omhuld en barrevoets”, z Sam. 15 : 30, zag de Here vol ontferming op hem neer. David was in zakken gekleed, en zijn geweten plaagde hem. De uiterlijke tekenen van vernedering getuigden van zijn berouw. Onder tranen, met gebroken hart, legde hij alles aan God voor, en de Here verliet Zijn dienstknecht niet. Nooit was David dierbaarder voor het hart van Oneindige Liefde dan toen hij, geplaagd door zijn geweten, voor zijn leven vluchtte voor zijn vijanden, die tot opstand waren aangezet door Zijn eigen Zoon. De Here zegt: „Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u.” Openb. 3 : 19.GZ 15.2

    Christus heft het berouwvolle hart op, en loutert het treurende gemoed, totdat het Zijn woonplaats wordt.GZ 15.3

    Maar wanneer vervolging over ons komt, hoevelen zijn er dan als Jacob! Wij denken dat het de hand van een vijand is; en in de duisternis worstelen wij blindelings, totdat onze kracht is uitgeput, en wij geen vertroosting of bevrijding vinden. Aan Jacob openbaarde de goddelijke aanraking bij het aanbreken van de dag Hem met Wie hij geworsteld had — de Engel des verbonds; en wenend en hulpeloos viel hij aan de borst van de Oneindige Liefde, om de zegen te ontvangen waarnaar zijn ziel verlangde. Wij moeten ook leren, dat beproevingen voordeel betekenen, en dat wij de kastijding des Heren niet moeten verachten, noch zwak zijn wanneer we door Hem getuchtigd worden.GZ 15.4

    „Welzalig de mens, die God kastijdt;... Hij verwondt en Hij verbindt, Hij slaat en Zijn handen helen. In zes noden redt Hij u4 en in zeven treft het kwaad u niet.” Job j : 17-19. Tot iedere geslagene komt Jezus met het dienstwerk der genezing. Het leven van verlies, pijn en lijden kan verlicht worden door kostbare openbaringen van Zijn tegenwoordigheid.GZ 16.1

    God wil niet, dat wij terneer gedrukt blijven in stomme smart, met schrijnende en brekende harten. Hij wil dat wij omhoog zien, en Zijn dierbaar aangezicht van liefde aanschouwen. De gezegende Heiland ondersteunt velen wier ogen zo verblind zijn door tranen dat zij Hem niet onderscheiden. Hij verlangt onze handen te grijpen, ons op Hem te doen zien in eenvoudig geloof, waardoor we Hem toestaan ons te leiden. Zijn hart staat open voor onze smarten, onze pijn en onze beproevingen. Hij heeft ons liefgehad met een eeuwigdurende liefde, en ontfermt Zich over ons met liefhebbende tederheid. We kunnen ons hart op Hem gericht houden, en de ganse dag Zijn liefhebbende tederheid overpeinzen. Hij zal de ziel verheffen boven de dagelijkse smart en verwarring, naar het rijk van de vrede. Kinderen van lijden en smart, denkt hieraan en verheugt u in de hoop. „Dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.”. 1 Joh. 5 : 4.GZ 16.2

    Zalig zijn ook zij die mét Jezus wenen uit ontferming over de smart der wereld, en uit smart over de zonde. Zulk een treuren is niet vermengd met gedachten aan zichzelf. Jezus was de Man van smarten, Die harteleed verdroeg zoals geen pen dat kan beschrijven. Zijn geest werd verwond en verbrijzeld door de overtredingen van de mensen. Hij zwoegde met een verterende ijver om de noden en smarten van het mensdom te lenigen, en Zijn hart was zwaar van smart, wanneer Hij zag hoe grote scharen weigerden om tot Hem te komen, opdat zij het leven zouden mogen hebben. Allen die Christus volgen, zullen deze ervaring delen. Wanneer zij deel hebben aan Zijn liefde zullen zij Zijn werk aanvatten tot redding van zielen. Zij delen in het lijden van Christus, en zij zullen ook delen in de heerlijkheid die geopenbaard zal worden. Daar zij één zijn met Hem in Zijn werk, en met Hem de beker der smart drinken, hebben zij ook deel aan Zijn vreugde. Het was door het lijden dat Jezus de trooster kon worden. In alle benauwdheid van de mens is ook Hij benauwd, en „doordat Hijzelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij die, die verzocht worden, te hulp komen.” Jes. 63:9; Hebr. 2 : 18. Iedere ziel die gemeenschap heeft gekregen aan Zijn lijden heeft het voorrecht in dit dienstwerk te delen.GZ 16.3

    „Wanneer het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo valt ons door Christus ook overvloedig vertroosting ten deel.” De Here heeft een bijzondere genade voor de treurende, en de kracht daarvan zal harten doen smelten, zielen doen winnen. Zijn liefde maakt de toegang open tot de gewonde, gekwetste ziel, en wordt als een genezende balsem voor hen die treuren. „De Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, Die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wij zelf door God vertroost worden.” 2 Cor. 1 : 5, 3, 4.GZ 17.1