Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    GEESTELIJKE GESTELDHEID EN DOELMATIGHEID

    God heeft in dit laatste der dagen een volk uitverkoren en dat tot bewaarders gesteld van Zijn wet, en dit volk zal altijd onprettige werken te verrichten hebben. “Ik weet uw werken, en uw arbeid en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt verdragen; en dat gij beproefd hebt degenen die voorgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet, en hebt ze leugenaars bevonden; en gij hebt verdragen en hebt geduld, en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden.” Openbaring 2:2, 3. Het zal veel ijver en een aanhoudende strijd vereisen om hef kwaad buiten onze gemeenten te houden. Er moet een strakke, onpartijdige tucht worden uitgeoefend, want sommigen die ogen-schijnlijk godsdienstig zijn, zullen proberen het geloof van anderen te ondermijnen en zullen speciaal werken om zichzelf te verheerlijken.USG2 221.1

    De Here Jezus verkondigde op de Olijfberg duidelijk dat “omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, de liefde van velen zal verkouden.” Mattheüs 24 : 12. Hij spreekt van mensen die van een hoge staat van geestelijk leven zijn gevallen. Zulke uitingen als deze moeten met een plechtige, onderzoekende kracht bezit nemen van onze harten. Waar is de drang, de wijding tot God, die beantwoordt aan de grootheid der waar-heid die wij voorgeven te geloven? De liefde voor de wereld, de liefde voor een of andere gekoesterde zonde, heeft het hart vervreemd van de liefde voor het gebed en van de overdenking van geheiligde dingen. Een vormelijke kringloop van godsdienstige bijeenkomsten wordt aangehouden; waar echter is de liefde van Jezus? Hef geestelijke leven sterft af. Moet die verdoving, die bedwelmende achteruitgang zo doorgaan? Moet de lamp der waarheid langzaam uitgaan, omdat ze niet is bijgevuld met de olie der genade?USG2 222.1

    Ik zou willen dat elke prediker en een iegelijk van onze arbeiders deze aangelegenheid kon zien zoals die mij is voorgehouden. Zelfverheerlijking en zelfgenoegzaamheid doden het geestelijk leven. Het eigen-ik verheft zich; daar alleen wordt over gepraat. O, dat dit eigen-ik mocht afsferven! “Ik sterf alle dagen” (1 Corinthe 15:31), zegt Paulus. Wanneer deze hovaardige, pochende zelfvoldaanheid en die welbehagelijke eigengerechtigheid de ziel binnendringen, is daar geen plaats voor Jezus. Hem wordt een minderwaardige plaats ge-geven, terwijl het eigen-ik in belangrijkheid toeneemt en de gehele tempel der ziel in beslag neemt. Dat is de oorzaak waarom de Here zo weinig voor ons kan doen. Zou Hij meewerken met onze pogingen, dan zou het instrument al de heerlijkheid toeschrijven aan zijn eigen kunde, zijn wijsheid, zijn vermogens, en hij zou zich gelukwensen gelijk de Farizeeër: “Ik vast tweemaal per week, ik geef tienden van alles wat ik bezit.” Lucas 18:12. Wanneer het eigen-ik verborgen is in Christus, zal hef niet meer zo vaak aan de oppervlakte komen. Zullen we ons verstand richten naar de Geest van God? Zullen we niet ons meer instellen op de praktische godsvrucht en veel minder op onze machinale werken?USG2 222.2

    De dienstknechten van Christus moeten leven als stonden ze voor Zijn aangezicht en dat der engelen. Zij moeten de eisen van onze tijd zien te verstaan en zich inspannen daaraan te voldoen. Satan valt ons voortdurend aan langs nieuwe, onbetreden wegen, en waarom zouden de officieren in Gods leger zo ongeschikt zijn? Waarom zouden ze een talent van hun natuur onontwikkeld laten? Er valt een groot werk te doen, en zo er een gebrek is in harmonische samenwerking, dan komt dat door eigenliefde en zelfverheerlijking. Alleen wanneer we nauwgezet de bevelen van de Meester uitvoe-ren zonder op het werk ons persoonlijk stempel achter te laten, werken we doelmatig en in volle harmonie. “Sluit u aaneen”, zei de engel, “sluit u aaneen.”USG2 223.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents