Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    LAAT NIEMAND ONGEWAARSCHUWD

    Terwijl de engelen de vier winden houden, moeten wij werken met al onze talenten. Wij moeten zonder enig uitstel onze boodschap uitdragen. Wij moeten het bewijs leveren aan het hemelse universum en aan mensen in deze ontaarde eeuw, dat onze godsdienst is een geloof en een kracht waarvan Christus de Maker is en Zijn Woord de Goddelijke sprake. Menselijke zielen hangen in de waagschaal. Zij zullen of onderdanen van Gods Koninkrijk zijn of slaven van de willekeur van Satan. Allen hebben het voorrecht om beslag te leggen op de hoop welke hun wordt voorgehouden in het Evangelie, en hoe kunnen zij horen zonder een prediker? Het menselijke gezin heeft behoefte aan een zedelijke wederopleving, een vorming van karakter, opdat zij kunnen verkeren in Gods tegenwoordigheid. Er zijn zielen die op het punt staan te vergaan tengevolge van de theoretische dwa-lingen die overheersen en die er op berekend zijn de Evangelieboodschap te dwarsbomen. Wie wil zich nu ten volle geven om medearbeiders Gods te worden?USG2 395.1

    Wanneer u het gevaar en de ellende der wereld onder de werking van Satan aanschouwt, verspil dan niet uw door God gegeven krachten in nutteloos geweeklaag, maar ga aan het werk voor uzelf en voor anderen. Ontwaak en voel een last voor hen die vergaan. Zo zij niet voor Christus gewonnen worden, zullen zij een eeuwige gelukzaligheid verliezen. Laat uw gedachten gaan over wat zij kunnen winnen. De ziel die God geschapen heeft en Christus heeft verlost, is van grote waarde vanwege de mogelijkheden die zij bezit, de geestelijke voordelen die haar zijn verleend, de kundigheden die zij kan bezitten indien deze levend worden gemaakt door Gods Woord, en de onsterfelijkheid die zij door de Levengever kan verkrijgen indien ze gehoorzaamt, Eén ziel is voor de hemel van meer waarde dan een hele wereld vol bezit, huizen, landerijen, geld. Voor de bekering van één ziel moeten we onze hulpbronnen tot het uiterste aanspreken. Eén ziel voor Christus gewonnen zal om zich heen het licht des hemels doen schitteren, een licht dat de zedelijke duisternis doorboort en andere zielen redt.USG2 395.2

    Indien Christus de negenennegentig verliet om het ene verloren schaap te gaan zoeken en redden, zijn wij dan verantwoord wanneer we minder doen? Is een verzuim om te werken zoals Christus werkte, een offer te brengen zoals Hij een offer bracht, niet een belediging voor God en een verraad aan de geheiligde, ons toevertrouwde panden?USG2 396.1

    Blaas alarm over de lengte en breedte der aarde. Vertel de mensen dat de dag des Heren nabij is en zeer haastende. Laat niemand ongewaarschuwd blijven. Wij zouden in de plaats hebben kunnen staan van die arme zielen die in dwaling verkeren. Wij hadden tot de barbaren kunnen behoren. Overeenkomstig de waarheid die wij boven anderen hebben ontvangen, zijn wij schuldenaars om dat verkregene onder hen uit te delen.USG2 396.2

    Wij heben geen tijd te verliezen. Het einde is nabij. De doorgang van plaats tot plaats om de waarheid te verspreiden, zal weldra omzoomd zijn met gevaren aan de rechteren aan de linkerhand. Alles zal aangesleept worden om de weg van des Heren boodschappers te blokkeren, zodat zij dan niet kunnen doen wat zij momenteel wel kunnen doen. Wij moeten ons werk eerlijk onder ogen zien en in een aanvallende strijd zoveel mogelijk voorwaarts gaan. Van het mij door God gegeven licht weet ik dat de machten der duisternis van beneden met een enorme kracht werken, en op sluipende wijze gaat Satan voorwaarts om te grijpen die nu slapen, zoals een wolf zijn prooi grijpt. We hebben nu nog waarschuwingen die we kunnen geven, nu nog een werk dat we kunnen doen; maar weldra zal dat moeilijker gaan dan we ons kunnen indenken. God helpe ons dat we blijven in het licht om te werken met de ogen gericht op Jezus onze Leidsman ten einde geduldig te volharden om de overwinning te behalen.USG2 396.3

    Gods volk heeft een geweldig werk voor zich liggen, een werk dat steeds meer op de voorgrond moet komen. Onze pogingen op zendingsgebied moeten veel krachtiger en van groter omvang worden. Een beslister werk dan gedaan is, moet gedaan worden vlak voor de wederkomst van onze Here Jezus Christus. Gods volk moet niet met zijn werk ophouden voor ze de wereld omspannen. — 1900, vol. 6, blz. 23, 24.USG2 397.1

    Wij moeten een dubbel leven leiden — een leven van overleg en actie, en van stil gebed en ijverige arbeid. Allen die het licht der waarheid ontvangen hebben, moeten het als hun plicht voelen om lichtstralen te laten vallen op het pad van de onboetvaardigen. Zij moeten getuigen zijn van Christus zowel in onze instituten als in de kerk. God wil dat wij levende brieven zijn, gekend en gelezen door alle mensen. De ziel die zich tot God wendt om kracht, om steun, om sterkte door dagelijks, vurig gebed, zal edele ingevingen, een klaar besef van waarheid en plicht, verheven doelstellingen en een aan-houdend hongeren en dorsten naar de gerechtigheid bezitten. Door gemeenschap met God te onderhouden zullen we in staat zijn, door onze omgang met hen, op anderen het licht, de vrede, de ongestoorde rust over te brengen die in onze harten woont, en zullen hun een voorbeeld kunnen stellen van onwankelbare trouw tegenover de belangen van het werk waaraan wij deelnemen. — 1880, vol. 4, blz. 459, 460.USG2 397.2

    Het is voor de dorstende ziel dat de bron der levende wateren opwelt. God heeft gezegd: “Ik zal water gieten op de dorstige en stromen op het droge.” Jesaja 44 : 3. Aan zielen die ernstig zoeken naar licht en die met blijdschap elke straal der Goddelijke verlichting uit Zijn heilig Woord aannemen, alléén aan dezulken zal licht gegeven worden. Het is door deze zielen dat God zal openbaren dat licht en die kracht welke de gehele aarde met Zijn heerlijkheid zullen verlichten. — 1889, vol. 5, blz. 729.USG2 397.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents