Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    TOEPASSING VAN DE INZETTING

    Laat, zo mogelijk, de doop gehouden worden in een helder meer of vlietende stroom. En verleen aan de gelegenheid al de belangrijkheid en plechtigheid die maar bijgebracht kan worden. Bij zo’n dienst zijn engelen Gods altijd aanwezig.USG2 415.2

    Die de regeling van de doop in handen heeft, moet er voor zorgen dat van die gebeurtenis een plechtige, heiligende invloed uitgaat op alle toeschouwers. Elke inzetting van de Gemeente moet zó geleid worden dat haar invloed een verheffende uitwerking heeft. Niets mag geschieden op een gewone, alledaagse manier, of geplaatst worden op het peil van de gewone dingen. Onze gemeenten moeten nodig opgevoed worden tot een groter respect en eerbied voor de heilige dienst van God. Zoals de predikanten de verschillende diensten Gods leiden, zo scholen en trainen ze ook het volk. Kleinigheden die de ziel scholen en trainen en disciplineren voor de eeuwigheid, zijn van vergaande invloed op de verheffing en heiliging van de Gemeente.USG2 415.3

    In elke gemeente moeten doopkleden aanwezig zijn voor de doopcandidaten. Dit moet niet beschouwd worden als een nodeloze uitgave van geld. Dat is een van de dingen, nodig om gehoorzaam te zijn aan de inscherping: “Laat alle dingen betamelijk en met orde geschieden.” 1 Corinthiërs 14 : 40.USG2 415.4

    Het is niet goed voor een gemeente om, wanneer het nodig is maar doopkleden te lenen bij een andere gemeente. Vaak wanneer de doopkleden nodig zijn, zijn ze nergens te vinden; die ze geleend heeft, heeft verzuimd ze terug te geven. Elke gemeente moet op dit gebied voorzien in haar eigen behoeften. Laat men voor dit doel een fonds oprichten. Wanneer de gehele gemeente daartoe meewerkt, is de last niet zo zwaar.USG2 416.1

    De doopkleden moeten gemaakt worden van een stevige stof van een donkere kleur die niet aangetast kan worden door het water en ze moeten reiken tot op de grond. Het moeten nette, goed zittende kleden zijn, gemaakt naar een goedgekeurd patroon. Ze moeten zijn zonder enige versiering of plooi of opsmuk. Alle vertoon, of dat nu bestaat uit versierselen of opsmuk, is misplaatst. Wanneer de candidaten de betekenis van de inzetting aanvoelen, zullen ze niet verlangen naar persoonlijke versierselen. Toch mag er niets zijn dat sjofel of onbe-tamelijk is, want dat is een belediging voor God. Alles wat met deze heilige inzetting verbonden is, moet laten zien dat daaraan een zo volmaakt mogelijke voorbereiding is voorafgegaan.USG2 416.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents