Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    GOD STELT VOLKEN TER VERANTWOORDING

    Van de Amorieten zei de Here: “Het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe nief volkomen.” Genesis 15 : 16. Hoewel dit volk bekend stond om zijn afgodendienst en verdorvenheid, had het de beker van zijn ongerechtigheid nochtans niet vol gemaakt, en God wilde hef bevel voor zijn algehele uitroeiing nog niet geven. De mensen zullen de Goddelijke macht geopenbaard zien op een kenmerkende wijze, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. De barmhartige Schepper was bereid hun ongerechtigheid te verdragen tot aan hef vierde geslacht. Zou dan nog geen verandering ten beste gezien worden, dan zouden Zijn oordelen op hen vallen.USG2 60.1

    Met feilloze nauwgezetheid houdt de Oneindige aantekening van alle volken. Terwijl Zijn genade nog wordt aangeboden, met oproepen tot berouw, zal deze rekening worden aangehouden; maar wanneer de cijfers een bepaalde, door God gestelde, hoogte bereiken, begint het werk van Zijn wraak. Dan wordt de rekening afgesloten. Aan het Goddelijk geduld is een einde gekomen. Pleiten om genade te hunner gunste Wordt niet meer gedaan.USG2 60.2

    De profeet, de eeuwen overziende, heeft in een visioen deze tijd aanschouwd en geschilderd. De volken van deze eeuw hebben ongekende barmhartigheden ontvangen. De allerbeste zegeningen des hemels vielen hun ten deel, maar groeiende hovaardij, begeerte, afgodendienst, minachting voor God en grote ondankbaarheid getuigen tegen hen. Zij dragen er toe bij dat hun rekening bij God tot een afsluiting komt.USG2 60.3

    Maar wat mij doet sidderen, is het feit dat zij die het grootste licht en de grootste voorrechten hebben ontvangen, besmet zijn geworden door de overheersende ongerechtigheid. Beïnvloed door de onrechtvaardigen rondom hen, is bij velen, zelfs onder degenen die de waarheid belijden, de liefde verkoeld en werden zij meegesleurd door de sterke stroom van hef kwaad. De alge-mene verachting die ten opzichte van ware vroomheid en heiligheid aan de dag wordt gelegd, brengt degenen die niet nauw met God verbonden zijn, er toe dat ze hun eerbied voor Zijn wet verliezen. Zouden ze het licht volgen en de waarheid van harte gehoorzamen, dan zou deze heilige wet, zo veracht en terzijde gesteld, hun veel kostbaarder lijken. Naarmate de oneerbiedigheid voor Gods wet meer aan de dag treedt, zal de scheidslijn tussen degenen die haar houden en de wereld zich scherper aftekenen. Liefde voor de Goddelijke geboden zal bij de ene klasse meer toenemen naar mate de minachting voor de wet bij de andere klasse zal groeien.USG2 61.1

    De crisis staat bijna voor de deur. De snel in vervulling gaande tekenen tonen dat de tijd van Gods bezoekingen bijna gekomen is. Hoewel wars om te straffen, zal Hij nochtans straffen, en wel heel spoedig. Die in het licht wandelen, zullen de tekenen zien van het naderend gevaar; maar zij moeten niet gaan zitten in een lusteloze, onverschillige afwachting van de ondergang, zich ver-troostende met het geloof dat God Zijn volk wel zal beschermen in de tijd der bezoeking. Verre van dat. Zij moeten zich bewust worden dat het hun plicht is, ijverig te werken om anderen te redden en met een sterk geloof op God zien om hulp. “Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel.” Jacobus 5:16.USG2 61.2

    De zuurdesem der godsvrucht heeft nog niet al zijn kracht verloren. Ten tijde dat het gevaar en de inzinking van de Gemeente het grootst zijn, zal het kleine kuddeke, degenen die staan in het licht, zuchten en uitroepen over de gruwelen die in den lande geschieden. Maar nog meer in het bijzonder zullen hun gebeden oprijzen ten gunste van de Gemeente, omdat haar leden doen naar de wijze der wereld.USG2 62.1

    De vurige gebeden van deze enkele getrouwen zullen niet vergeefs zijn. Wanneer de Here komt als een Wreker, zal Hij ook komen als een Beschermer van allen die het geloof in zijn zuiverheid, en zichzelf onbevlekt van de wereld hebben bewaard. Het is in deze tijd dat God heeft beloofd Zijn eigen uitverkorenen, die dag en nacht tof Hem roepen, te wreken, hoewel Hij lang met de afvalligen geduld heeft gehad.USG2 62.2

    Het bevel luidt: “Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken eèn teken op de voorhoofden der lieden die zuchfen en uitroepen over al die gruwelen die in hef midden van haar gedaan worden.” Ezechiël 9:4.USG2 62.3

    Deze zuchtenden en klagenden hadden de woorden des levens uitgedragen; zij hadden vermaand, raad gegeven, gesmeekt. Sommigen die God oneer hadden aangedaan, kregen berouw en verootmoedigden hun harten voor Hem. Maar de heerlijkheid des Heren was van Israël weggegaan; ofschoon velen nog aan godsdienstige vormen vasthielden, ontbrak nochtans Zijn kracht en tegenwoordigheid.USG2 62.4

    Ten tijde dat Zijn wraak zich zal voltrekken in oordelen, zullen deze nederige, toegewijde navolgers van Christus onderscheiden zijn van de rest van de wereld door hun zieleangst, welke tot uiting komt in geklaag en geween, vermaning en waarschuwing. Terwijl anderen proberen het bestaande kwaad fe verhullen en de grote, alom overheersende boosheid te verontschuldigen, zullen degenen die een ijver aan de dag leggen voor Gods eer en een liefde voor zielen, hun mond niet houden om daardoor bij anderen in de gunst te komen. Hun recht vaardige zielen worden dag in dag uit gekweld door de onheilige werken en woorden van de onrechtvaardigen. Ze zijn machteloos om tegen die wassende stroom van ongerechtigheid een dam op te werpen, en daarom is hun ziel vol droefheid en onrust. Zij treuren voor God wanneer ze zien dat juist in die huizen van hen die een groot licht hebben gehad, godsdienst geminacht wordt. Zij klagen en kwellen hun zielen omdat hovaardij, gierig-heid, zelfzucht en allo mogelijke bedrog in de Gemeente voorkomen. De Geest Gods, Die aanzet tot terechtwijzing, wordt onder de voet gelopen, terwijl de dienstknechten van Satan triomferen. God wordt onteerd, de waarheid tot nul en gener waarde gemaakt.USG2 62.5

    Die geen hartzeer hebben over hun eigen geestelijke afwijking, die niet treuren over de zonden van anderen, zullen het zegel Gods niet ontvangen. De Here beveelt Zijn boodschappers, de mannen met het verdervend wapen in hun handen: “Gaat door, door de stad achter hem, en slaat; ulieder oog verschone niet, en spaart niet. Doodt ouden, jongelingen, en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand op welke het teken is, en begint bij Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen die voor het huis waren.” Ezechiël 9 : 6.USG2 63.1

    Hier zien wij dat de Gemeente — des Heren heiligdom — de eerste was om Gods wraak te ondergaan. De oude mannen die van God groot licht hadden ontvangen en die als wachters stonden over de geestelijke belangen van het volk, hadden het in hen gestelde vertrouwen beschaamd. Zij hadden het standpunt ingenomen, dat we niet naar wonderen en kenmerkende openbaringen van Gods kracht, zoals in verleden tijden, behoefden uit te zien. De tijden waren veranderd. Deze woorden versterken hun ongeloof en zij zeggen: De Here zal geen goed doen, ook zal Hij geen kwaad doen. Hij is fe barmhartig om Zijn volk met oordelen te bezoeken. Zo is “Vrede en geen gevaar” de roep van mannen die nooit weer hun stem als een bazuin zullen verheffen om Gods volk hun overtredingen en het huis Jacobs hun zonden te tonen. Deze stomme honden, die niet wilden blaffen, zijn degenen die de gerechte wraak van een beledigd God zullen ondergaan. Mannen, maagden en kleine kinderen zuilen allen ontkomen.USG2 63.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents