Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    KEUZE VAN LEIDERS

    Paulus schrijft aan Titus: “lk heb u.... achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen die onberispelijk zijn, één vrouw hebben, die gelovige kinderen hebben, die niet in opspraak zijn wegens losbandigheid of van geen tucht willen weten. Want een opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods.” Titus 1 : 5—7 (N.V.). Het zou voor al onze predikanten goed zijn op deze woorden acht te slaan en niet zo haastig mannen een ambt te geven zonder een diepgaande overweging en veel gebed, of God door Zijn Heilige Geest wil aanwijzen die Hij wil aannemen.USG2 275.1

    In dat verband zegt de geïnspireerde apostel: “Leg niemand haastig de handen op.” 1 Timotheüs 5 : 22. In sommige van onze gemeenten is het organisatorisch werk en het aanstellen van ouderlingen overhaast gebeurd; de Bijbelse richtlijn is veronachtzaamd, met als gevolg dat ernstige moeilijkheden in de gemeente zijn ontstaan. Er moet niet zo’n grote haast gemaakt worden in het kiezen van leiders door maar mannen aan te stellen die in geen enkel opzicht geschikt zijn voor hun taak — mannen die nodig een bekering en karakterbeschaving moeten ondergaan alvorens zij het werk Gods in een of ander ambt kunnen dienen.USG2 275.2

    Met het evangelienet worden zowel goeden als kwaden gevangen. De ontwikkeling van een karakter kost tijd; men moet zich tijd gunnen om te weten te komen wat mensen werkelijk zijn. Hef gezin van degene die men voor een bepaald ambt op het oog heeft, moet nagegaan worden. Zijn ze in alles onderworpen? Kan de man zijn eigen huis regeren zoals het betaamt? Welk karakter hebben zijn kinderen? Zullen zij de invloed van hun vader eer aandoen? Indien hij thuis geen bekwaamheid, geen wijsheid of kracht der godsvrucht heeft om zijn eigen gezin te beleren, is het veilig te concluderen dat die-zelfde gebreken in de gemeente gebracht zullen worden en dat men hetzelfde ongeheiligde beheer daar zal aanschouwen. Het is veel beter de man nauwkeurig gade te slaan alvorens hij in een ambt wordt gesteld dan daarna, beter te bidden en te overleggen alvorens de beslissende stap te doen dan daarna de gevolgen van een foutieve daad te moeten verbeteren.USG2 275.3

    In sommige gemeenten heeft de ouderling niet de juiste eigenschappen om de gemeenteleden zó op te voeden dat ze ook werkers worden. Kunde en oordeel zijn niet gebruikt om een levendige belangstelling in hef werk Gods op te wekken. De leider is traag en saai en staande voor de gemeente praat hij te veel en bidt te lang; hij heeft niet die levende verbinding die God hem zou geven in een steeds nieuw beleven.USG2 276.1

    De leiders van de gemeente in elke plaats moeten ernstig zijn, vol ijver en onzelfzuchtige belangstelling, mannen Gods, die het werk in de juiste vorm kunnen kneden. Zij moeten in het geloof hun beden tot God opzenden. Zij mogen al de tijd die ze wensen, wijden aan het gebed in het verborgene, maar in het openbaar moeten ze hun gebeden en getuigenissen kort en kernachtig maken. Lange, droge gebeden en lange vermaningen moeten ze vermijden. Zouden de broeders en zusters iets willen zeggen dat anderen verkwikt en opbeurt, dan moeten ze dat eerst in hun hart hebben. Zij moeten dagelijks in verbinding staan met God, en hun voorraden puften uit Zijn onuitputtelijke Schatkamer om daaruit nieuwe en oude dingen naar voren ie brengen. Wanneer hun eigen zielen bezield zijn door de Geest van God, zullen ze anderen opbeuren, versterken en bemoedigen; maar wanneer zij zelf niet gedronken hebben van de levende fontein des heils, zullen ze niet weten hoe anderen daarheen te brengen.USG2 276.2

    De noodzakelijkheid van een proefondervindelijke godsdienst moet krachtig worden voorgehouden aan hen die de theorie der waarheid aannemen. Predikanten moeten hun eigen ziel bewaren in de liefde Gods om dan de mensen de noodzakelijkheid in te scherpen van een persoonlijke wijding, een persoonlijke bekering. Allen moeten voor zichzelf een levende ervaring verkrijgen; zij moeten Christus in hun hart hebben gesloten, zodat Zijn Geest de neigingen beheerst, of hun belijden des geloofs is van geen waarde, en hun toestand zal erger zijn dan wanneer ze de waarheid nooit hadden gehoord.USG2 277.1

    Volgende schikkingen moeten getroffen worden voor kleine groepen die de waarheid aannemen, teneinde de bloei van de gemeente te bevorderen. Iemand moet aan-gewezen worden voor een week of voor een maand als leider op te treden, daarna een ander voor enkele weken; en zo kan men verschillende personen dit werk laten doen, om dan na een juist onderzoek door de stem van de gemeente iemand als erkend leider te benoemen, die echter nooit langer aangesteld wordt dan voor één jaar. Dan kan een ander worden gekozen of dezelfde kan worden herkozen indien zijn dienen zich als een zegen bewezen heeft voor de gemeente. Datzelfde beginsel moet gevolgd worden bij het kiezen van mannen voor andere verantwoordelijke plaatsen, alsook voor de ambten in de vereniging. Onervaren mannen moeten niet gekozen worden als voorzitters van verenigingen. Velen zullen falen de juiste scherpzinnigheid aan de dag te leggen in die belangrijke zaken waarin eeuwige belangen zijn inbegrepen.USG2 277.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents