Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HUISELIJKE PLICHTEN

    De opvoeding welke de jonge mannen en vrouwen die onze opleidingsscholen bezoeken, ontvangen ten aanzien der huiselijke plichten, verdient de bijzondere aandacht. Het is van zeer veel belang in het vak der karaktervorming dat scholieren die onze scholen bezoeken, geleerd wordt om het werk dat hun opgedragen wordt, te doen met terzijdestelling van alle traagheid. Zij moeten vertrouwd worden met de plichten van het dagelijkse leven. Zij moeten leren hun huiselijke plichten grondig en goed te doen, met zo min mogelijk drukte en lawaai. Alles moet stipt en netjes gedaan worden. De keuken zowel als alle andere delen van het gebouw moeten helder en vriendelijk gehouden worden. Boeken moeten opzij gelegd worden tot het de tijd is om ze te gebruiken en de studietijd moet niet zo lang duren dat de huishoudelijke plichten verwaarloosd worden. Het bestuderen der boeken moet niet zó beslag leggen op het verstand dat een verwaarlozing van de huiselijke plichten, die ten gerieve zijn van het gezin, daaruit voortvloeit. In het vervullen van deze plichten moeten zorgeloze, onachtzame, slordige gewoonten overwonnen worden; want zo ze niet worden verbeterd, zullen deze gewoonten elke stap van het leven beïnvloeden en door dat bederf zal het leven niet nuttig zijn, niet geschikt voor waar-achtig zendingswerk. Tenzij ze aanhoudend en vastberaden verbeterd worden, zullen ze de scholier overwinnen voor tijd en eeuwigheid. De jonge mensen moeten worden aangemoedigd om wat hun kleding betreft, onberispelijke gewoonten te vormen, opdat hun voorkomen netjes en aantrekkelijk is; zij moeten leren hun kleren helder te houden en netjes te verstellen. Al hun gewoonten moeten zó zijn dat ze voor anderen een hulp en een troost worden.USG2 457.1

    Bijzondere aanwijzingen werden gegeven aan de legers van de kinderen Israëls, opdat in en om hun tenten alles helder en ordelijk zou zijn, anders zou de engel Gods, wanneer hij door hun kampement trok, hun on reinheid zien. Had de Here een bijzondere bedoeling met het letten op deze dingen? Dat had Hij, want het feit staat vermeld dat wanneer Hij hun onreinheid zag, Hij niet met hun legers kon optrekken om tegen hun vijanden te strijden. Evenzo worden al onze daden door God opgemerkt. Deze God, Die het zo nauw nam dat de kinderen Israëls gewoonten aangaande reinheid zouden ontwikkelen, zal onreinheid in het gezin van heden niet goedkeuren.USG2 457.2

    God heeft ouders en onderwijzers het werk opgedragen om de kinderen en de jeugd in deze richtlijnen op te voeden, en uit elke daad in hun leven kunnen zij geestelijke lessen leren. Door hen te oefenen in gewoonten van lichamelijke reinheid, moeten we hen leren dat God wil dat zij niet enkel rein van lichaam maar ook van hart zijn. Als ze een kamer vegen, kunnen ze leren hoe de Here het hart reinigt. Zij zouden de deuren en de vensters niet sluiten en in de kamer een of ander reinigingsmiddel plaatsen, maar zij zouden de deuren en vensters wijd open zetten en ijverig alle stof wegnemen. De genade Gods moet reinigend gaan door de kamers des geestes en elk element van het wezen moet gezuiverd worden en kracht ontvangen door de Geest van God. Wanorde en slordigheid in de dagelijkse plichten zullen er toe meewerken dat men God vergeet en een gedaante van godzaligheid bezit onder een belijden des geloofs, terwijl men zich de werkelijkheid niet meer bewust is. Wij moeten waken en bidden, anders zullen we de schaduw grijpen en het beeld verliezen.USG2 458.1

    Een levend geloof gelijk draden van goud, moet verweven zijn met de dagelijkse bezigheid van het doen van kleine plichten. Dan zullen de scholieren begrip gaan krijgen van de zuivere beginselen die naar Gods opzei de drijfveren zullen zijn van elke daad in het leven. Dan zal al het dagelijkse werk van dien aard zijn, dat het de Christelijke wasdom bevordert. Dan zullen de vitale beginselen ten aanzien van geloof, van betrouwen op en liefde voor Jezus de allerkleinste onderdelen van het dagelijkse leven doordringen. Daar zal zijn een zien op Jezus, en liefde voor Hem zal de bestendige drijfveer zijn welke vitale kracht verleent aan elke plicht die gedaan wordt. Daar zal zijn een streven naar de gerechtigheid, een hoop die “niet beschaamt”. Wat gedaan wordt, zal gedaan worden ter ere Gods.USG2 458.2

    Tot elke scholier in dat scholierengezin zou ik willen zeggen: Wees trouw ten opzichte van de huiselijke plichten. Wees trouw in het dragen van kleine verantwoordelijkheden. Wees een ware levende Christen in het gezin. Laat Christelijke beginselen uw hart en uw gedrag beheersen. Sla acht op elke ingeving van de leraar, maar laat het niet nodig zijn dat je altijd gezegd moet worden wat er te doen is. Leer zelf je ogen te gebruiken. Let op dat alles in je eigen kamer helder en ordelijk is, dat daar niets is dat God zou mishagen, maar dat, wanneer heilige engelen door de kamer gaan, zij daar gaarne even vertoeven, aangetrokken door de heersende orde en netheid. Wanneer u trouw, prompt en behoorlijk uw plichten doet, bent u zendelingen. U bent een getuige voor Christus. U laat zien dat, in beginsel of in de praktijk, de godsdienst van Christus u niet wanordelijk, ruw, oneerbiedig doet zijn tegenover de leraars, door weinig acht te slaan op hun raad en vermaning. De Bijbelse godsdienst, in praktijk gebracht, zal u vriendelijk, bedachtzaam en trouw maken. U zult de kleine dingen die gedaan moeten worden, niet verwaarlozen. Neem als uw zinspreuk aan de woorden van Christus: “Wie getrouw is in hef minste, die is ook in hef grote getrouw.”USG2 459.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents