Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    DE BOODSCHAP VAN JESAJA ACHTENVIJFTIG

    Ik kan het al onze gemeenteleden, allen die ware zendelingen zijn, allen die geloven in de boodschap van de derde engel, allen die hun voet afwenden van de Sabbat, niet sterk genoeg op het hart binden om de boodschap van het achtenvijftigste hoofdstuk van Jesaja te bestuderen. Het weldadigheidswerk dat in dit hoofdstuk geschilderd wordt, is het werk daf God van Zijn volk verwacht in deze tijd. Het is een werk zoals Hijzelf dat heeft ingesteld. Wij hoeven niet te twijfelen waarop de boodschap slaat, noch aan de tijd waarin die in vervulling zal gaan, want we lezen: “Die uit u voortkomen, zullen de oude verwoeste plaatsen bou-wen; de fundamenten van geslacht tot geslacht verwoest zult gij oprichten; en gij zult genoemd worden: Die de bressen foemuurt, die de-paden weder herstelt om fe bewonen.” Vers 12. Gods gedenkteken, de Sabbat van de zevende dag, het teken van Zijn werk betreffende de schepping der wereld, is door de mens der zonde weggenomen. Gods volk heeft een bijzonder werk te doen in het toemuren van de in Zijn wet geslagen bres; en hoe meer wij het einde naderen, des te dringender wordt dit werk. Alien die God liefhebben“ zullen laten zien dat zij Zijn teken dragen door het houden van Zijn geboden. Zij zijn de herstellers van de paden om te bewonen. De Here zegt: “Indien gij uw voet van de Sabbat afkeert, van uw lust te doen op Mijn heilige dag, en indien gij de Sabbat noemt een verlustiging . . . dan zult gij u verlustigen in de Here en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde.” Verzen 13 en 14. Zo is waarachtig medisch zendingswerk onafscheidelijk verbonden met het houden van Gods geboden, waarin inzonderheid de Sabbat staat vermeld, omdat deze het grote gedenkteken is van Gods scheppingswerk. De waarneming van die dag is gehecht aan het werk om het zedelijke beeld van God in de mens te herstellen. Dat is het dienstwerk dat Gods volk moet volbrengen in deze tijd. Dit dienstwerk, mits gedaan op de juiste wijze, zal een rijke zegen afwerpen voor de Gemeente.USG2 528.1

    Als gelovigen in Christus hebben wij een groter geloof nodig. Wij moeten ijveriger in het gebed zijn. Velen vragen zich verwonderd af waarom hun gebeden zo levenloos zijn, hun geloof zo zwak en ongestadig, hun Christelijk beleven zo duister en onzeker. “Hebben wij niet gevast,” zeggen zij, en “weeklagend gewandeld voor het aangezicht van de Here der heirscharen?” In het achtenvijftigste hoofdstuk van Jesaja heeft Christus aangetoond, hoe in die toestanden verandering gebracht kan worden. Hij zegt: “Is niet dit het vasten dat Ik verkies: dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden en alle juk verscheurt? Is het niet dat gij de hongerige uw brood mededeelt en de arme verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?” Verzen 6, 7. Dat is het recept dat Christus de bezwijkende, twijfelende, sidderende ziel heeft voorgeschreven. Laten de treurenden, die weeklagend wandelen voor de Here, zich opmaken en diegenen helpen die hulp nodig hebben.USG2 529.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents